Skip to content

2.A.8 Kaartlaag: Funderingsrisico's

Don Zandbergen edited this page Nov 12, 2024 · 1 revision

Funderingsproblematiek Nederland

De funderingsproblematiek in Nederland varieert op basis van funderingstype, bouwjaar en regio: <>

Er zijn verschillende oorzaken van funderingsproblemen, waaronder:

  • Droogstand houten palen (Paalrot)
  • Optrekkend vocht in panden met ondiepe funderingen
  • Bacteriële aantasting houten palen (Palenpest)
  • Negatieve kleef aan palen (extra belasting door historische ophogingen)

Voor een accurate risicoanalyse is het funderingstype cruciaal. Tot voor kort ontbrak er een landelijke database voor funderingstypes. In 2020 startte FunderMaps met het vastleggen van funderingstypes voor panden in Nederland. Hierbij worden archief- en onderzoeksgegevens verzameld in samenwerking met gemeenten, corporaties, onderzoeksbureaus, makelaars, taxateurs en banken.

Anno 2024 is ongeveer 35% van de 6.424.561 panden met een woon- of commerciële functie geïnventariseerd op funderingstype. Voor panden met onbekende funderingstypes wordt een inschatting gemaakt op basis van een getraind model. Dit model classificeert funderingstypes met verschillende betrouwbaarheidsniveaus, van indicatief tot vastgesteld. Zie de documentatie voor meer details over het funderingstypemodel.

De risicoanalyses van FunderMaps zijn gebaseerd op:

  1. Vastgestelde kwaliteitsinformatie van panden of afgeleide gegevens voor naastgelegen panden, gebaseerd op historische beoordelingen van funderingskwaliteit. Panden binnen een bouwkundige eenheid met aangetoonde funderingsschade impliceren dat andere panden in dezelfde eenheid mogelijk ook schade hebben of zullen ontwikkelen. Dit geldt ook voor panden met herstelde funderingen in een bouwkundige eenheid of bouwstroom. De betrouwbaarheid van deze analyse neemt toe met de hoeveelheid beschikbare vastgestelde informatie.

  2. Modellen voor risicobepaling, gebaseerd op een mix van vastgestelde en aangenomen funderingstypes. Deze modellen gebruiken verschillende soorten en varianten van datasets, zoals van de ondergrond, grondwaterstanden en pandeigenschappen. Allen uit diverse bronnen met variërende nauwkeurigheid en resolutie. Het unieke aspect van deze risicomodellen is dat ze zoveel mogelijk uitgaan van pand- en regionaalspecifieke meet- en onderzoeksresultaten in plaats van generieke aannames zoals classificatie van funderingstype op basis van bouwjaar. Zo kunnen bijvoorbeeld metingen van de aanleghoogte van funderingen dienen als uitgangspunt voor vergelijkbare panden in een wijk. Bij datalacunes worden regionale gemiddelden en kengetallen van ervaringsdeskundigen gebruikt. De modelresultaten worden gevalideerd met vastgestelde kwaliteitsinformatie. Zie de documentatie voor meer details over het funderingsrisicomodel.

Op deze manier kan voor elk pand in Nederland een funderingsspecifiek risicoprofiel worden bepaald, gebaseerd op een combinatie van onderzoeksresultaten en gevalideerde modelberekeningen.

In aanvulling hierop worden enkele cumulatieve risicokaarten toegevoegd voor een groter gebied en wordt een indicatie per pand gegeven voor eventuele kosten voor funderingsherstel:

  • Cumulatieve risicokaart op buurtniveau (niet beschikbaar).
  • Cumulatieve risicokaart op wijkniveau (niet beschikbaar).
  • Kaart voor herstelkosten (niet beschikbaar).

Risicoanalyse

Risico bacteriële aantasting (palenpest)

Naast schimmels kunnen ook bacteriën houten funderingspalen verzwakken. Bacteriën gebruiken net als schimmels hout als voedingsstof. Een belangrijk verschil is dat sommige bacteriesoorten geen zuurstof nodig hebben om te overleven. Grenenhout is gevoelig voor bacteriële aantasting, ook wel palenpest genoemd. Dit betreft een consortium van ongeveer 10 gespecialiseerde bacteriesoorten. Anders dan vaak wordt gedacht, gaat het niet om de anaerobe Pseudomonas. Deze bacteriesoorten kunnen elkaar in leven houden, ook zonder zuurstof. Grenenhout, afkomstig van de grove den (Pinus sylvestris), heeft een open celstructuur waardoor water en bacteriën gemakkelijk doorheen kunnen stromen. Dit maakt grenenhout kwetsbaarder dan vurenhout (Picea abies), dat een dichtere structuur heeft.

Bacteriële aantasting treft ongeveer 33% van de houten paalfunderingen in Nederland en komt voornamelijk voor in gebieden waar de draagkrachtige zandlaag hoger ligt, zoals rond de Zaanstreek, Amsterdam en Gouda. In Rotterdam, waar de draagkrachtige zandlaag dieper ligt, komen bacteriële aantastingen minder vaak voor, omdat daar langere en duurdere vurenhouten heipalen werden gebruikt. Grenenhout werd tot de jaren ’60 veel gebruikt voor heipalen, daarna werd het verboden en vervangen door betonnen heipalen.

Uitgangspunten

In FunderMaps wordt het risico op bacteriële aantasting bepaald op basis van:

  1. De diepteligging van de draagkrachtige zandlaag (GeoTOP).
  2. De maximale paallengte voor grenenhout.
  3. Het bouwjaar van het pand.

Risicoclassificatie

  • Risico A: Fundering van het pand is hersteld of heeft een betonpaalfundering.
  • Risico B: De maximale paallengte is voldoende lang.
  • Risico C: De maximale paallengte bevindt zich in de marge.
  • Risico D: De maximale paallengte is te kort.
  • Risico E: De maximale paallengte is te kort en voldoet aan één van de volgende criteria:
    • Er is een vastgestelde schadeoorzaak van bacteriële aantasting.
    • De pandzakkingssnelheid is groter dan normaal voor de omgeving.

Betrouwbaarheid

  • Indicatief: Geen vastgestelde gegevens beschikbaar.
  • Afgeleid: Vastgesteld gegeven afkomstig van een ander pand binnen de bouweenheid.
  • Vastgesteld: Vastgesteld gegeven voortkomend uit onderzoek.

Risico op droogstand (paalrot)

Schimmels kunnen houten funderingspalen aantasten wanneer deze aan zuurstof worden blootgesteld door een daling van de grondwaterstand. Dit proces, bekend als paalrot, leidt tot instabiliteit en uiteindelijk het bezwijken van de fundering. Schimmels groeien en eten de paal letterlijk op wanneer de bovenzijde van de paal droog komt te staan.

Uitgangspunten

Het risico op schimmelaantasting wordt in FunderMaps berekend op basis van drie uitgangspunten voor de grondwaterstand:

  1. Lokale grondwaterstand vastgesteld op pandniveau.
  2. Basisregistratie Ondergrond voor de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG).
  3. Nationaal Water Model voor de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG).

Risicoclassificatie

  • Risico A: Fundering van het pand is hersteld of heeft een betonpaalfundering.
  • Risico B: Het funderingshout staat doorgaans onder water.
  • Risico C: Het funderingshout bevindt zich in een marge.
  • Risico D: Het funderingshout staat doorgaans boven water.
  • Risico E: Het funderingshout staat doorgaans boven water en voldoet aan één van de volgende criteria:
    • Vastgestelde schadeoorzaak van droogstand.
    • De pandzakkingssnelheid is groter dan normaal voor de omgeving.

Betrouwbaarheid

  • Indicatief: Geen vastgestelde gegevens beschikbaar.
  • Afgeleid: Vastgesteld gegeven afkomstig van een ander pand binnen de bouweenheid.
  • Vastgesteld: Vastgesteld gegeven voortkomend uit onderzoek.

Risico op negatieve kleef

Negatieve kleef treedt op wanneer zakkende grondlagen harder zakken dan de funderingspalen van een gebouw, wat extra belasting op de palen veroorzaakt. Dit komt voornamelijk voor bij houten funderingspalen.

Uitgangspunten en Risicoclassificatie

Volgen nog.

Betrouwbaarheid

  • Indicatief: Geen vastgestelde gegevens beschikbaar.
  • Afgeleid: Vastgesteld gegeven afkomstig van een ander pand binnen de bouweenheid.
  • Vastgesteld: Vastgesteld gegeven voortkomend uit onderzoek.

Risico op te kort aan ontwateringsdiepte

Bij panden die op staal gefundeerd zijn, mag de grondwaterstand niet te hoog staan om optrekkend vocht en schimmelvorming te voorkomen.

Uitgangspunten

Het risico wordt berekend op basis van de grondwaterstand volgens drie uitgangspunten:

  1. Lokale grondwaterstand vastgesteld op pandniveau.
  2. Basisregistratie Ondergrond voor de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG).
  3. Nationaal Water Model voor de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG).

Risicoclassificatie

  • Risico A: Fundering van het pand is hersteld of heeft een betonpaalfundering.
  • Risico B: De grondwaterstand staat doorgaans onder de ontwateringsdiepte.
  • Risico C: De grondwaterstand bevindt zich in een marge.
  • Risico D: De grondwaterstand staat doorgaans in de ontwateringsdiepte.
  • Risico E: De grondwaterstand staat doorgaans in de ontwateringsdiepte en voldoet aan één van de volgende criteria:
    • Vastgestelde schadeoorzaak van optrekkend vocht.
    • De pandzakkingssnelheid is groter dan normaal voor de omgeving.

Betrouwbaarheid

  • Indicatief: Geen vastgestelde gegevens beschikbaar.
  • Afgeleid: Vastgesteld gegeven afkomstig van een ander pand binnen de bouweenheid.
  • Vastgesteld: Vastgesteld gegeven voortkomend uit onderzoek.

Risico vastgesteld

In FunderMaps kunnen alle soorten funderingsproblematiek worden vastgelegd als “vastgestelde gegevens” volgens onderzoek.

Risicoclassificatie

  • Risico A: Pand is hersteld.
  • Risico B: Funderingskwaliteit is goed of matig, handhavingstermijn >25 jaar.
  • Risico C: Wordt bewust vermeden.
  • Risico D: Funderingskwaliteit is matig, handhavingstermijn >10 jaar.
  • Risico E: Funderingskwaliteit is slecht, handhavingstermijn <10 jaar.

Betrouwbaarheid

  • Indicatief: Geen vastgestelde gegevens beschikbaar.
  • Afgeleid: Vastgesteld gegeven afkomstig van een ander pand binnen de bouweenheid.
  • Vastgesteld: Vastgesteld gegeven voortkomend uit onderzoek.

Verschilzakking

Bij panden die niet onderheid zijn, zogenaamd op staal gefundeerd, kan ophoging van straten zorgen voor verschilzakking. Deze panden kunnen als gevolg van de belastingtoename aan de gevel grenzend aan de straat naar de straatzijde gaan zakken of als geheel anders zakken dan naastgelegen panden. Binnen een bouwblok kan dit per pand verschillen, waardoor deze verschillende zakkingsnelheden op termijn tot spanningen in het casco leiden die scheuren en scheefstanden tot gevolg hebben.

Uitgangspunten

Op basis van funderingsoppervlak, bouwjaar en pandhoogte worden aaneengesloten panden geclusterd in een indicatieve bouwkundige eenheid. Wanneer in de afzonderlijke panden die de bouwkundige eenheid vormen het onderling verschil in zakkingsnelheid groter is dan de standaarddeviatie van het statistisch gemiddelde van de zakkingssnelheid en de zakkingsnelheid groter is dan die van de lokale bodemdalingssnelheid, wordt het pand geclassificeerd als verhoogd risico (D). Bij zakkingssnelheden significant groter dan de standaarddeviatie wordt het als risico E geclassificeerd.

Risicoclassificatie

  • Risico D: Verschilzakking gedetecteerd
  • Risico E: Verschilzakking groot

Betrouwbaarheid

De betrouwbaarheid geldt per beoordeling en wordt alleen afgegeven op basis van vastgestelde meetgegevens.

  • Vastgesteld: Er is een vastgesteld meetgegeven gebruikt voor de pandzakking.

Schadeontwikkeling en Kansen

Overzicht Funderingsproblematiek in Nederland

De funderingsproblematiek in Nederland varieert op basis van funderingstype, bouwjaar en regio. Er zijn verschillende oorzaken van funderingsproblemen, waaronder:

  • Droogstand houten palen (Paalrot)
  • Optrekkend vocht in panden met ondiepe funderingen
  • Bacteriële aantasting houten palen (Palenpest)
  • Negatieve kleef aan palen (extra belasting door historische ophogingen)

Voor een accurate risicoanalyse is het funderingstype cruciaal. Tot voor kort ontbrak er een landelijke database voor funderingstypes. In 2020 startte FunderMaps met het vastleggen van funderingstypes voor panden in Nederland. Hierbij worden archief- en onderzoeksgegevens verzameld in samenwerking met gemeenten, corporaties, onderzoeksbureaus, makelaars, taxateurs en banken. Anno 2024 is ongeveer 35% van de 6.424.561 panden met een woon- of commerciële functie geïnventariseerd op funderingstype. Voor panden met onbekende funderingstypes wordt een inschatting gemaakt op basis van een getraind model. Dit model classificeert funderingstypes met verschillende betrouwbaarheidsniveaus, van indicatief tot vastgesteld. Zie de documentatie voor meer details over het funderingstypemodel.

Risicoanalyse

De risicoanalyses van FunderMaps zijn gebaseerd op:

  1. Vastgestelde Kwaliteitsinformatie: Deze gegevens komen van panden of afgeleide gegevens voor naastgelegen panden, gebaseerd op historische beoordelingen van funderingskwaliteit. Panden binnen een bouwkundige eenheid met aangetoonde funderingsschade impliceren dat andere panden in dezelfde eenheid mogelijk ook schade hebben of zullen ontwikkelen. Dit geldt ook voor panden met herstelde funderingen in een bouwkundige eenheid of bouwstroom. De betrouwbaarheid van deze analyse neemt toe met de hoeveelheid beschikbare vastgestelde informatie.
  2. Modellen voor Risicobepaling: Deze modellen gebruiken een mix van vastgestelde en aangenomen funderingstypes en verschillende soorten datasets, zoals ondergrond, grondwaterstanden en pandeigenschappen. Deze risicomodellen zijn uniek omdat ze zoveel mogelijk uitgaan van pand- en regionaalspecifieke meet- en onderzoeksresultaten in plaats van generieke aannames. Bij datalacunes worden regionale gemiddelden en kengetallen van ervaringsdeskundigen gebruikt. De modelresultaten worden gevalideerd met vastgestelde kwaliteitsinformatie.

Op deze manier kan voor elk pand in Nederland een funderingsspecifiek risicoprofiel worden bepaald, gebaseerd op een combinatie van onderzoeksresultaten en gevalideerde modelberekeningen.

Kans op Schade door Droogstand Houten Paalfundering

Voor de gehele woningvoorraad binnen Rotterdam is een onderverdeling gemaakt naar drie categorieën, corresponderend met te verwachten schade met betrekking tot droogstand tot aan 2040. Binnen die gebieden zijn het aantal panden met houten fundering geteld en percentages benoemd voor het verwachte aandeel panden dat schade gaat ondervinden door droogstand. Dit is afgewogen op basis van grondwaterstand, ondergrond en onderzoeken. Negatieve kleef, overbelasting en paalpest zijn hier niet in opgenomen.

Aantal panden op houten fundering in heel Rotterdam 69.865 Max aantal panden schade door droogstand 2040 Min aantal panden schade door droogstand 2040
cat 1 (kans op schade droogstand <1% van aantal panden) * 38.579 386 386
cat 2 (kans op schade droogstand 1%-5% van aantal panden) * 18.911 946 189
cat 3 (kans op schade droogstand 5%-30% van aantal panden) * 12.375 3.713 619
* binnen 0-20 jaar (2020-2040)

Herstelkosten per Schadecategorie

Hieronder de tabel met de toelichting per categorie. Het geeft een minimum en maximum herstelbedrag. Uitgangspunt betreft panden met een woninginhoud van 200m3. Categorie D4 en D5 betreffen de traditionele funderingsherstel. Categorie D1 en D3 zijn onderdeel van normaal voorkomend onderhoud bij deze panden.

Categorie Schadebeschrijving 2014-2016 Min herstelkosten/ pand € 2014-2016 Max herstelkosten/pand € 2019 Min herstelkosten/ pand € 2019 Max herstelkosten/pand €
D1 Zeer lichte schade: Fine cracks which are easily treated during normal decoration. Damage generally restricted to internal wall finishes. Close inspection may reveal some cracks in external brickwork or masonry. Typical crack widths up to 1 mm. € 500,00 € 1.000,00
D2 Lichte schade: Cracks easily filled and re-decoration probably required. Recurrent cracks can be masked by suitable linings. Cracks may be visible externally and some repointing may be required to ensure weathertightness. Doors and windows may stick slightly. Typical crack width up to 5 mm. € 500,00 € 2.500,00
D3 Gemiddelde schade: Cracks which require some opening up and can be patched by a mason. Repointing of external brickwork and possibly a small amount of brickwork to be replaced. Doors and windows sticking. Service pipes may fracture. Weathertightness often impaired. Typical crack widths are 5 to 15 mm or several up to 3 mm. € 2.000,00 € 5.000,00
D4 Ernstige schade: Extensive repair work involving breaking-out and replacing sections of walls, especially over doors and windows. Windows and door frames distorted, floor sloping noticeably. Walls leaning or bulging noticeably, some loss of bearing in beams. Service pipes disrupted. Typical cracks widths are 15 to 25 mm but also depend on the number of cracks. € 15.000,00 € 35.000,00
D5 Zeer ernstige schade: Structural damage which requires a major repair job involving partial or complete rebuilding. Beams lose bearing, walls lean badly and require shoring. Windows broken with distortion. Danger of instability. Typical crack widths are greater than 25 mm but depend on the number of the cracks. € 35.000,00 € 60.000,00 € 42.000,00 € 72.000,00

Kansen

In de categorie funderingsrisico “D” is een aanvullend onderscheid te maken in panden met een verhoogde kans op schade en op panden met een bewijs of meetresultaat van reeds aanwezige schade of aantasting; risicocategorie “E”. Wanneer de panden in categorie “E” worden uitgefilterd, daalt de schadekans voor categorie “D”.

Om het verschil in schadekans in risico categorie “D” en “E” te duiden, wordt op basis van de vastgestelde waarden (established) het vergelijk gemaakt met de indicatieve waarden (indicative). Deze vergelijking is echter biased. Daar waar veel problematiek voorkomt, is veel onderzoek uitgevoerd. Dit kan vertekenen voor gebieden buiten de bekende probleemgebieden. Om die reden daalt de kans voor risicocategorie “D” aanzienlijk. Dit blijft echter enigszins arbitrair daar er niet voldoende vastgestelde data buiten de probleemgebieden inzichtelijk is. Dit is een van de onderzoeksgebieden voor FunderMaps in 2021 om met veel nieuwe vastgestelde data buiten de probleemgebieden dit inzicht te verkrijgen en dit ook per deelgebied te kunnen duiden.

Risico-indeling

In de huidige verdeling voor de verhoogde risicocategorieën is categorie “D” sterk vertegenwoordigd. Deels wordt dit veroorzaakt door de integrale grondwaterstandsaanpassing voor de simulatie voor het scenario in 2050. Anderzijds wordt in 2021 een aanvullende schaderisico geïnventariseerd dat ervoor kan zorgen dat een deel terugvalt naar een lagere risicocategorie.

Risicoanalyse

Risico Risico op droogstand Kans op schade
RisicoLabel A Geen verhoogd risico. <0,1%
RisicoLabel B Geen verhoogd risico. In de toekomst mogelijk een licht verhoogd risico doordat bepaalde onderdelen in de ondergrond of van de funderingsconstructie gevoelig zijn voor het ontstaan van funderingsproblematiek bij veranderende omstandigheden. Denk aan grondwaterstandsaanpassingen, ouderdomseffecten van de funderingsconstructie of andere invloeden vanuit de omgeving. <1%
RisicoLabel C Licht verhoogd risico. Bepaalde onderdelen in de ondergrond of van de funderingsconstructie zijn gevoelig voor funderingsproblematiek. <10%
RisicoLabel D Verhoogd risico. Meerdere toetsingscriteria worden overschreden. Daarmee een hoge kans dat funderingsproblematiek zich nu ontwikkelt of dit in de toekomst zal gaan doen. <30%

Artikel: Interpretatie van Fundermaps Data en Roadmap voor Toekomstige Inzichten

Inleiding

Funderingsproblematiek is een groeiend zorgpunt in Nederland, vooral door variërende grondwaterstanden en bodemdaling. Het begrijpen en interpreteren van data over funderingsrisico's is cruciaal voor banken, verzekeraars en andere belanghebbenden. Dit artikel biedt een overzicht van de interpretatie van de data van Fundermaps en de geplande stappen om verdere inzichten te verschaffen.

Huidige Data-Interpretatie

De huidige dataset van Fundermaps biedt inzicht in verschillende risico's die funderingen kunnen lopen, zoals droogstand en ontwateringsdiepte. Deze risico's zijn ingedeeld in risicoklassen (A-E) die aangeven hoe groot de kans op schade is.

Risico- en Schadeclassificatie

  1. Droogstandsrisico: Dit risico verwijst naar de kans dat de fundering schade oploopt door een dalende grondwaterstand. Blootstelling van houten funderingspalen aan lucht kan leiden tot schimmelvorming en paalrot.
  2. Ontwateringsrisico: Dit risico betreft panden met ondiepe funderingen die kwetsbaar zijn voor veranderingen in de ontwateringsdiepte.

De classificatie in de risicocategorieën A-E is gebaseerd op de huidige situatie en de bijbehorende risicofactoren, zoals het type fundering, bodemtype, grondwaterstand, aanwezigheid van bomen en vegetatie, en lokale infrastructuurveranderingen.

Enkele specifieke vragen gesteld over de data-interpretatie:

  1. Tijdskader van Schade: De vraag of een indicatie van het tijdskader voor schade kan worden gegeven, werd gesteld. Fundermaps gaf aan dat voor houten palen een periode van 20-40 jaar is aangegeven voordat de palen niet meer voldoende houtdoorsnede hebben.
  2. Combinatie van Risico’s: De vraag over hoe de totale kans op schade kan worden bepaald door droogstand en ontwateringsrisico te combineren, werd beantwoord met de uitleg dat deze risico’s niet samen voorkomen in classificatie A.

Roadmap voor Verdere Inzichten

FunderMaps werkt aan een gedetailleerdere analyse en voorspellingen over de funderingsrisico's. Hieronder volgen de geplande stappen:

  1. Analyse van Historische Data: Het verzamelen van historische gegevens van gebouwen met bekende schadegevallen en hun respectieve risicoclassificaties.
  2. Statistische Analyse: Door een statistische analyse uit te voeren, kan de frequentie van schade binnen elke risicoklasse worden bepaald.
  3. Voorspellend Model: Het uitbreiden van het model met een voorspellend model dat de waarschijnlijkheid van schade binnen een bepaalde tijdsperiode voorspelt op basis van risicoclassificatie en andere variabelen.
  4. Integratie in Fundermaps Platform: Deze bevindingen worden geïntegreerd in het Fundermaps-platform, zodat de risicoklassen kunnen worden vertaald naar schaderisicovoorspellingen.

Conclusie

De huidige methodologie van Fundermaps biedt een goede basis voor het inschatten van funderingsrisico's, maar er zijn nog verdere stappen nodig om de schadeontwikkeling in de tijd nauwkeuriger te kunnen voorspellen. De geplande stappen zullen bijdragen aan een beter begrip van de risico's en de mogelijkheid om preventieve maatregelen te nemen.

Clone this wiki locally